Allah weet uiteraard alles dus ook de daden die de mensen (zullen) verrichten. Allah heeft twee engelen genaamd Kiramen Katibin aan wie de opdracht gegeven werd om onze goede en slechte daden te noteren. Deze dienen als getuige of als bewijs wanneer de mens geconfronteerd wordt met zijn daden in het hiernamaals. In de Koran in hoofdstuk Al-Infitar vers 10-12 wordt het volgende gezegd over deze engelen:

“En er zijn boven jullie zeker waakzame bewakers en eerbiedwaardige schrijvers, die weten wat jullie verrichten.” 

Twee andere verzen uit de Koran zeggen het volgende over dit onderwerp: 

“Op de Dag waarop iedere ziel zal aantreffen wat zij aan goeds heeft gedaan. En wat zij aan slechts heeft gedaan, daarvan wenst zij dat er tussen haar en deze (d.w.z. de slechte daden) een grote afstand zal zijn. En Allah waarschuwt jullie voor Zichzelf en Allah is Meest Zachtaardig voor de dienaren.”1

“En Wij hebben voor ieder mens zijn (voorbestemde) daden om zijn nek vastgemaakt. En op de Dag der Opstanding zullen Wij voor hem een Boek tevoorschijn brengen, dat hij wijd open(geslagen) zal aantreffen. (Er zal tegen hem gezegd worden:) “Lees jouw boek.” Jouw ziel volstaat op deze Dag als berekenaar tegen jou.”2

De profeet Mohammed leert ons in één van zijn overleveringen hoe deze engelen te werk gaan: 

“De engelen die jullie verrichte daden schrijven, komen elke dag voor Allah tevoorschijn. Het geschrevene staat op de voorkant van de bladzijde. 

Op de achterkant staat de vergiffenis die een dienaar heeft gevraagd. Allah zegt tegen Zijn engelen: “Alle zondes die op deze pagina staan heb ik vergeven.”3

In deze hadith (overleveringen van de profeet) wordt er tegelijkertijd ook nadruk gelegd op het feit dat het belangrijk is om meteen vergiffenis te vragen nadat men heeft gezondigd. 


 

 


 

 


 

 

Bronnen, noten en referenties

  1. De Heilige Koran, Ali-Imran (Imrans Mensen) 3/30.
  2. De Heilige Koran, Al-Isra (De Nachtreis) 17/13-14.
  3. Hadith, Ruhul-Meani 30:65.