Hun Boodschappers zeiden: “Wat! Kan er twijfel bestaan over Allah de Schepper van de hemelen en de aarde?" 1

De kans dat Allah niet bestaat is onmogelijk. Waar zelfs een naald niet zonder maker kan bestaan, kan het universum met alles erin niet bestaan zonder Allah. Deïsten 2 die dit begrijpen met hun rede en geweten betuigen hun geloof in Allah wanneer ze zeggen 'Er is een Schepper'. Ze ontkennen "de profeten de heilige boeken en wereldgodsdiensten" om in 'vrijheid' te kunnen leven zodat hun goesting niet hoeft te buigen voor goddelijke geboden en verboden. Terwijl geloof betuigen aan Allah enkel mogelijk is door zijn profeten en hun boeken op te volgen.

De waarheden van het geloof vormen één geheel; je moet in alle waarheden tegelijk geloven om geen ongelovige te worden. Een gelovige die in Allah gelooft, zal ook in Zijn boek de Koran moeten geloven, zodat hij zijn Heer kan kennen met een oprecht geloof.

De menselijke rede kan zichzelf en de Schepper van deze wereld kennen/weten; maar hij kan de eigenschappen, al Zijn Namen, al Zijn bevelen en geboden, het eeuwige hiernamaals, de wegen naar het paradijs van Allah de Almachtige niet kennen, tenzij Allah de Almachtige hen daarover informeert.

Geloof in Allah vereist geloof in de Koran. We kunnen God alleen kennen door het boek of de boeken die Hij de mensheid heeft toegewezen.

De persoon die in de Koran gelooft, moet op de eerste plaats in de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) en in alle profeten geloven. Want de heilige boeken zijn geopenbaard aan de profeten.

Een persoon die in de boeken en de profeten gelooft moet ook geloven in de aarstengel Gabriël. De heilige boeken zijn geopenbaard via de aartsengel Gabriël. Het geloven in de aartsengel Gabriël maakt dat deze persoon ook in alle engelen en in het hiernamaals moet geloven.

De reden waarom ze niet in profeten en boeken geloven, is om het gevoel van spijt en schuldgevoel te vermijden bij het niet nakomen van zijn verplichtingen.

We herkennen de zon door haar lichtstralen. Zonder haar licht kunnen we de zon niet kennen. Net als dit voorbeeld stelt Allah de Almachtige zichzelf aan ons voor met zijn profeten en met zijn heilige boeken. Zonder een profeet en zonder een boek is het voor de mens niet mogelijk om God te leren kennen.

Samengevat; Als een gelovige gelooft in Allah maar niet in profeten, religies en heilige boeken, is hij/zij op dat ogenblik een ongelovige geworden. Als hij sterft met deze overtuiging, zal hij niet naar het paradijs mogen gaan.


 

 

Bronnen, noten en referenties

  1. De Heilige Koran, ibrahim (Abraham), 14/10.
  2. Deïsme is de gedachte dat het mogelijk is het bestaan van God te kennen met behulp van alleen de rede. Volgens dit inzicht speelt openbaring geen rol in de kennis van God. De term staat ook in verband met de idee dat God het heelal heeft geschapen en daarna verdween. Het heelal werd overgelaten aan zijn eigen wetten.