Als begrip duidt het op geestelijke schepsels die niet met het blote oog waarneembaar zijn. Djins zijn onzichtbare en verstandelijke wezens die verschillende vormen kunnen aannemen, geschapen uit vuur. Volgens verschillende overleveringen zijn ze waargenomen in de vorm van verschillende dieren en vaak in die van een slang. 1

Djins zijn net als de mens belast met geloof en aanbidding (praktisering). De profeet is zowel voor de mensen als voor de djins gezonden. In de Koran bevinden zich daarom verzen die beginnen met "Aan de menselijke en djin gemeenschap!". ( (2

Net zoals onder de mensen bevinden zich onder de djins ook Moslims en niet-Moslims, goede en slechte. Zij worden ook berecht op hun daden; de goeden gaan naar het paradijs en de slechten naar de hel. 

In de Koran vinden we een vers die over de djins gaat. 3 Hierin wordt verteld dat er onder hen moslims, ongelovigen, slechten en goeden bestaan, dat geen enkele onder hen machtig is ten opzichte van Allah en dat degenen die in Allah geloven niet bang hoeven te zijn voor djins.

De Koran vermeldt ook dat er een groep djins de recitatie van de Koran heeft aanhoord, moslim zijn geworden en hun gemeenschap hebben opgeroepen tot het geloof. 4

Kortom, het bestaan van djins staat vast. 


 

 

Bronnen, noten en referenties

  1. M. Vehbi, Hülâsatü’I-Beyân, 15, 6175.
  2. De Heilige Koran, Ar-Rahman (De Weldadige, De Weldoener), 55/30.
  3. Het vers djin is in de Koran de 72ste soera.
  4. De Heilige Koran, djin (De Djiinns), 72/1.