De islam garandeert de rechten van de niet-gelovigen op deze wereld. Dat betekent niet dat niet-gelovigen automatisch het recht krijgen tot het betreden van het paradijs. Echter de sleutel tot het paradijs is de geloofsbelijdenis. Iemands positie in het paradijs is gebaseerd op de geloofsbelijdenis. In dit opzicht kan iemand zonder de geloofsbelijdenis het paradijs niet betreden. 

“Waarlijk, de (geaccepteerde) godsdienst bij Allah is de islam.” 1

“En wie er een andere godsdienst dan de islam zoekt, zal nooit geaccepteerd worden en in het hiernamaals zal hij één van de verliezers (in de hel) zijn.” 2

Uit deze verzen begrijpen we dat je moslim moet zijn om het paradijs te mogen betreden.

Volgens Imam-ı Al Ghazali (grote islamgeleerde) zijn mensen, die de islam niet gehoord of aan wie de boodschap van de islam foutief overgedragen werd, mogelijk vrijgesteld van de hel. 3

Allah weet het beste. Allah is absoluut rechtvaardig en Hij doet geen onrecht aan. Hij voorziet elk individu met hetgeen waar eenieder recht op heeft.


 

 


 

 


 

 

Bronnen, noten en referenties

  1. De Heilige Koran, Ali-Imraan (Imrans Mensen) 3/19.
  2. De Heilige Koran, Ali-Imraan (Imrans Mensen) 3/85.
  3. Imam-ı Al Ghazali, Tolerantie van islam, vertaler: Süleyman Uludağ, 60-61.